Van Maanen | Hans van Maanen |
|
Geen wolf en zeven geitjesNimbiEen subtiele verandering van het gewone Nim bedacht de Deense geleerde Piet Hein, en tot op heden is het spel nog niet geheel door de wiskundigen gekraakt. Het bord is vijf bij vijf en aan het begin van het spel leeg. De spelers beschikken elk over een ruime stapel damstenen -- de kleur doet er eigenlijk niet toe. Om beurten nemen de spelers een aantal stenen groter dan nul en kleiner dan zes, en leggen die in een rechte aansluitende rij, horizontaal of verticaal, op de velden van het bord. Als de eerste speler drie stenen neemt en deze neerlegt op b2, b3 en b4 (zie de figuur), dan mag de tweede speler op zijn beurt niet tegelijk b1 en b5 bedekken. Het zijn weer 'krammen' die in het bord worden geslagen. Wie de laatste slaat, wint. Voor een kleiner veld, van vier bij vier, is al wel duidelijk dat de eerste speler kan winnen. De wiskundigen denken dat op een veld van vijf bij vijf de tweede speler in het voordeel is, maar een feilloze winstvoering bestaat nog niet. Ook hier kunnen we een variant spelen waarbij de spelers aan een richting gebonden zijn: de ene speler mag alleen verticaal, de ander alleen horizontaal neerleggen. Het mooist is het dan om de regel toe te voegen dat elke rij steeds zo lang mogelijk moet zijn. De eerste zet op een bord van vijf bij vijf is dus altijd een rij van vijf over de volle breedte, bij voorbeeld de rij b1-b5. Zwart moet nu ofwel een rij van vier aan de rechterzijde horizontaal leggen, of een enkele steen op de a-lijn. Wie de laatste steen neerlegt, wint. Dit spel werd bedacht door de Amerikaan James Bynum in 1972 en beschreven door Martin Gardner in Scientific American. Het spel, door Gardner Bynum genoemd, klinkt ingewikkelder dan Nimbi, maar het was binnen een jaar uitgezocht wie wanneer kon winnen en hoe dat moest. Meer zeggen we niet. |