Van Maanen | Hans van Maanen |
Borst en deoDe Volkskrant, 21 februari 2004Alsof het een eng computervirus was, verspreidde zich in februari 2004 op internet het gerucht dat deodorant borstkanker kan veroorzaken. Voor wie niet beter wist, leek het nieuwtje gebaseerd op recent wetenschappelijk onderzoek, in werkelijkheid was slechts een oud bakerpraatje nieuw leven ingeblazen. En dat recente onderzoek is bovendien zo armzalig, dat we er beter onze schouders over kunnen ophalen.Onderzoekster Philippa Darbre van de universiteit van Reading in Engeland, die al veel langer van haar gelijk overtuigd is -- 'Underarm cosmetics are a cause of breast cancer', zette zij reeds in december 2001 boven haar stuk in de European journal of cancer prevention -- onderwierp voor haar nieuwe studie twintig borsttumoren aan een nader onderzoek. Het tumorweefsel werd fijngehakt, gestampt en gecentrifugeerd, waarna de onderzoekster met de modernste technieken keek of er geen sporen van zogeheten parabenen in zaten. Want daar gaat het Darbre om -- parabenen zijn bekende conserveringsmiddelen, die niet alleen in deodorants, maar ook in bijna alle shampoos, bodylotions, handcrèmes, voedings- en geneesmiddelen worden gebruikt. Parabenen worden algemeen als volkomen onschuldig beschouwd, maar zes jaar geleden werd ontdekt dat ze ook een beetje een oestrogene werking hebben: ze lijken op vrouwelijk hormoon. En aangezien het ontstaan en voortbestaan van borstkanker niet zelden wordt beïnvloed door de aanwezigheid van oestrogenen, lag de verdenking voor de hand. Het resultaat van Darbre lijkt geen ruimte voor twijfel te laten: in alle tumoren die zij had onderzocht, vond zij de gevreesde parabenen. 'Het zou daarom zeker goed zijn om nog eens te overwegen of parabenen op een zo grote schaal in cosmetica gebruikt mogen worden in het gebied rond de borsten zoals in deodoranten,' zo zei ze tegen een verslaggever van de BBC. Het is onwaarschijnlijk dat parabenen een nuttige functie in de borst vervullen, maar iets anders is, of ze daar kwaad kunnen. En hoe ze er gekomen zijn. De belangrijkste vraag die niet beantwoord is -- en die Darbre in al die jaren wel eens had mogen overwegen -- is natuurlijk: zijn parabenen de oorzaak van de tumoren, of is er sprake van een toevallige samenloop van omstandigheden? Op z'n minst had Darbre ook weefsel van twintig vergelijkbare gezonde borsten kunnen nemen (zelfs hoe oud de donoren waren, komen we niet te wetenl, om te kijken of daar cok parabenen in zaten. Het zou kunnen dat de parabenen direct via de oksel de borst zijn binnengedrongen, maar zeker is dat volstrekt niet -- misschien zat er in ander weefsel van de patiëntes wel veel meer parabenen, maar dat is niet onderzocht, En meer technisch, ofschoon Darbre altijd haar pijlen heeft gericht op benzylparabenen als de kwade stoffen, heeft ze juist die niet aangetroffen. De minst oestrogene methylparabenen waren veruit in de meerderheid. Wat dat voor de hypothese betekent, laat Darbre masr in het midden. Het onderzoek is, kortom, zo onvolledig dat er geen peil op valt te trekken. Darbre praat voor haar beurt, en blaast hierdoor, bewust of onbewust, het oude vuurtje aan. Prompt verscheen dan ook weer op internet de oproep van de Uruguayaanse 'Gabriela Casanova Larrosa' alle deodoranten ONMIDDELLIJK weg te gooien. Is er geen echt onderzoek naar het verband tussen deodorant en borstkanker? Doordat het nooit als een groot probleem is gezien, is er niet veel, maar wel iets. In een poging het internetgerucht te ontzenuwen, zette de Amerikaanse Dana Mirick in 2002 een wat steviger onderzoek op onder 1606 vrouwen op -- er bleek geen verband tussen borstkanker en deodorantgebruik, al dan niet in combinatie met het scheren van de oksel Alle e-mails over deodorant kunt u dus ONMIDDELLIJK weggooien. Net als enge computervirussen. | |