Van Maanen Hans van Maanen
klikklikklikklik

Chocola even goed als aspirine

De Volkskrant, 25 november 2006

Het wordt verteld op het congres van de American Heart Association, het is onderzocht door een professor van de Johns Hopkins-universiteit, en het persbericht wordt verspreid door de American Association for the Advancement of Science - dan zal het toch wel deugen?

Journalisten menen van wel, want het nieuws ging de hele wereld over, tot in de Volkskrant toe. 'Pure chocola helpt het hart als aspirine', heette het vorige week. Eindelijk goed nieuws van de voedselpolitie.

Al langer zijn er aanwijzingen dat chocola, maar ook bijvoorbeeld rode wijn en groene thee, stoffen bevatten die goed zijn voor hart en bloedvaten. Die 'flavanolen' zouden klontering van bloedplaatjes tegengaan, ongeveer zoals aspirine dat doet.

Diane Becker en haar team deden daarom een aardig experiment in een experiment waarin ze aspirine onderzocht. Voor dat werk hadden ze mensen nodig die zich hielden aan een dieet zonder flavanolen en dan al dan niet aspirine zouden krijgen. Maar niet iedereen bleek zich aan dat dieet te houden, en die mensen onderzocht ze ook. Hadden deze 139 'zondaars' niet toch minder stolling, net als de aspirineslikkers, doordat ze die flavanolen hadden binnengekregen?

Dat hadden ze, en de kop boven het persbericht lag voor de hand. 'Chocolade-'zondaren' leren wetenschap een zoet lesje'. In het persbericht -- het komt tenslotte van de universiteit -- worden ook wat cijfers genoemd.

Er zijn talloos veel manieren om de activiteit van bloedplaatjes te meten, en Becker schuift er twee naar voren. De snelheid waarmee bloedplaatjes aan elkaar plakken in een dun buisje, en de hoeveelheid tromboxane in de urine van de proefpersonen. De bloedplaatjes van de chocoladezondaren deden in het meetapparaat gemiddeld 130 seconden over de klontvorming. Dat scheelde inderdaad met de braveriken, want hun plaatjes hadden 123 seconden nodig. Dat zijn 7 seconden, maar zijn dat interessante seconden?

Het probleem is allereerst, dat het apparaat niet zo nauwkeurig is: metingen van een en hetzelfde monster kunnen onderling makkelijk 10 seconden verschillen. Het verschil van 7 seconden valt dus binnen de meetfout - het kan ook 'ruis' zijn. Uit een zojuist gepubliceerd artikel van de onderzoekers zelf, over het eigenlijke experiment, blijkt dat de klontertijd van verschillende mensen zo uiteenloopt, dat een kleine daling van het gemiddelde niets zegt -- het kan haast niet anders dan toeval zijn. Bij aspirineslikkers ging de klontertijd trouwens van 124 naar 259 seconden: een verdubbeling. Om te zeggen dat chocola net zo goed werkt als aspirine, is dus hoe dan ook wat snel.

De meting van het tromboxane in de urine heeft hetzelfde probleem. Hoe meer bloedplaatjes actief zijn, hoe meer tromboxane er wordt uitgescheiden in de urine, maar de waarden kunnen per individu en tussen individuen enorm schelen. Bij mensen op een chocolaloos dieet kwam de tromboxane-concentratie uit op 287, bij mensen die wel chocola aten, op 177. Dat is meer dan ruis. Maar omdat de spreiding -- alweer afgeleid uit het aspirine-artikel, de werkelijke waarden geeft Becker bij navraag niet -- nog groter is dan bij de klontertijd, is de kans op een toevallige schommeling veel groter.

Bij mensen die aspirine slikten in plaats van chocola, was het effect weer beduidend sterker: die gingen van 272 naar 50. De daling bij chocola gaat stellig een interessante kant op, maar daar is echt alles mee gezegd.

Het lastigste is echter, dat niemand weet wat 'gezonde' waarden van klontering en tromboxane zijn. Niemand weet dus ook, wat de werkelijke, 'klinische' betekenis van een daling van deze twee laboratoriumwaarden is.

Want dat is natuurlijk de echte vraag. Van aspirine weten we dat de juiste dosis levensreddend kan zijn: dat is uitgezocht door te kijken naar de lotgevallen van mensen in hetzelfde schuitje die wel en geen aspirine kregen. Maar hier hebben we niet meer dan verschillen in twee lab-uitslagen die statistisch eigenlijk niet van een toevallige daling te onderscheiden zijn, en waarvan de betekenis alleen maar past in wat modieuze vermoedens. Geen sterftedaling, geen daling in trombose of infarcten, niets.

Maar de professor, de universiteit en de wetenschappelijke verenigingen bazuinen rond dat 'het waarschijnlijk goed is een beetje chocola te eten of te drinken als onderdeel van het gewone dieet', en de kranten blazen hun partijtje vrolijk mee. 'Een paar stukjes chocola per dag, niet te vet maar met veel cacao, werkt als een soort aspirine.'