Van Maanen Hans van Maanen
klikklikklikklik

Somberman's actie

De Volkskrant, 15 november 2003

Ook subtiel...

Op de afdeling dermatologie van het Amsterdamse AMC is het een sombere boel. Geen sprankje zonlicht dringt er naar binnen, de gordijnen zijn dubbelgevoerd, en zelfs hartje zomer mag niemand naar buiten zonder trui met lange mouwen. Want, zo schrijven onderzoekers van de afdeling in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, ‘wij benadrukken dat het belangrijk is om algemene zonvermijdende en zonwerende maatregelen toe te passen.’ Gewone mensen denken er nog steeds niet aan, maar het is de hoogste tijd dat ‘men zich ook bewust door middel van kleding tegen ultraviolette straling wil beschermen.’

Daarom is het goed, aldus nog steeds de Amsterdamse dermatologen, dat er nu net als in Australië en Nieuw-Zeeland een officiële norm is voor kleding die tegen die ultraviolette straling beschermt. Dat geeft ‘de Europeanen een mogelijkheid op eigen initiatief het aantal huidmaligniteiten te verkleinen.’

Nu is, allereerst, de beste manier om ‘huidmaligniteiten’ te voorkomen, blootstelling aan de zon: onze huid bruint niet voor niets, want pigment beschermt tegen melanomen. Eigenlijk is, zoals de dermatologen in een tussenzin ook wel toegeven, ‘de rol van ultraviolette straling bij melanomen voor een groot gedeelte nog niet opgehelderd.’ Het enige wat lijkt vast te staan, is dat melanomen meer voorkomen bij mensen die als kind geregeld verbrand zijn. Voor volwassenen geldt dat niet meer zo.

En bovendien, de zon is niet alleen maar eng. Daarover reppen de dermatologen, onder aanvoering van hoogleraar Jan D. Bos, echter met geen woord. Zon is gezond: zonder zon worden we ziek, zwak en somber. Wij noorderlingen hebben niet voor niets een blanke huid: we moeten profiteren van het beetje zon dat er is. In Australië ligt dat anders, maar die mensen zijn, naar onze begrippen, midden in de Sahara gaan wonen. In Daar is de zon, en het melanoom, een probleem.

Maar Europa wil niet achterblijven, en de afgelopen vijf jaar is keihard gewerkt aan een Europese norm om ‘de consument meer zekerheid te geven’. Voortaan komt alleen kleding met tenminste een beschermingsfactor 40 in aanmerking voor een mooi Europees labeltje met een zonnetje.

Een factor 40! Dat betekent, dat iemand die normaal gesproken op een dag 1 uur zon mag hebben, nu 40 uur mag blijven zitten. Dat lijkt toch, gezien het aantal uren in een dag, wat overdreven.

Die 40+-kleding is dichtgeweven, donker, met extra schoudervulling — kortom het eerste wat een kind weigert als het warm wordt. Een gewoon T-shirt zit ruimschoots op factor 7, zeker als het een paar keer is gewassen — en dat houden kinderen misschien aan. En men zou altijd nog de schaduw kunnen opzoeken, of is dat te simpel?

Wel heel bedroevend voor een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift is, dat de auteurs geen enkele moeite doen om te berekenen wat het nu zou schelen, als ‘de Europeanen’ massaal aan de 40+-kleding gaan.

Melanomen zijn zeldzaam: ongeveer 2 op de 1000 mensen overlijden eraan voor hun vijfenzeventigste. Bij onverbeterlijke zonaanbidders verdubbelt het risico, en wie zijn hele leven de zon mijdt als de pest, halveert het risico tot 1 op 1000. Het scheelt dus vrijwel niks. Ter vergelijking: een onverbeterlijke roker heeft een kans van 1 op 3 om voor zijn vijfenzeventigste aan kanker te overlijden, en kan dat risico terugbrengen tot 1 op 10 door te stoppen.

Acties voor zonwerende kleren dragen vooral bij aan het opdringen van ongerustheid, niets aan het terugdringen van de kankersterfte. Je wordt er inderdaad wat somber van.