Van Maanen Hans van Maanen
klikklikklikklik

Twittertwits

De Volkskrant, 8 oktober 2011

Vroeger, in de tijd van potlood en papier, moesten sociologen en psychologen het nog doen met vragenlijsten, experimenten en andere tijdrovende wetenschappelijk verantwoorde methoden. Maar nu is er Twitter, en kunnen ze pas echt aan het werk.

In Science werd, met veel borstklopperij, het resultaat van zo’n onderzoek gepubliceerd. Sociologen Scott Golder en Michael Macy gingen de boodschappen na van twee miljoen Engelstalige twitteraars over de hele wereld, samen goed voor zo’n 414 miljoen tweets. Daarin turfden ze woorden die ofwel een positief ofwel een negatieve stemming uitdrukten — daarvan zijn bruikbare lijsten opgesteld — en keken zo of de stemming van al die twitteraars tezamen wisselden in de loop van de dag, de week, en het jaar.

‘Wij vonden dat individuen wakker worden met een goed humeur dat verslechtert naarmate de dag vordert,’ vatten ze het zelf samen. ‘Positieve gevoelens kenden twee pieken: betrekkelijk vroeg in de ochtend, en tegen middernacht.’

Het artikel in Science is wat zuinig met overzichtelijke data, we moeten het doen met kleurrijke, maar onduidelijke grafieken zoals die hieronder. Zelfs de betekenis van de y-as wordt in het stuk niet toegelicht, maar het blijkt te gaan om het aantal positieve woorden op het totaal aantal woorden.

Laten we een goed te volgen lijn nemen, de dinsdag, oranje onder. We zien dat het aandeel positieve woorden in de tweets na middernacht snel daalt, van 5,60 procent naar 5,25 procent om vier uur. Daarna gaat het in de grafiek vrij steil omhoog, naar 5,37 procent om zes uur. Dat scheelt 0,12 procent positieve woorden: op elke 10.000 woorden, zeg 1000 tweets, 12 meer. Hoeveel tweets verstuurt een gemiddelde twitteraar tussen vier en zes?

Na dat hoogtepunt wordt het allemaal snel minder. Tegen de tijd dat iedereen op volle sterkte aan het twitteren is, zo rond een uur of negen, is de stemming alweer grondig verpest, 5,26 procent, en om drie uur is het helemaal treurigheid troef: nog maar 5,21 procent.

Voor uitingen van negatieve gevoelens ligt het gemiddelde op 2,18 procent; ze variëren op weekdagen van ongeveer 2,0 procent tot 2,3 procent. Dat heeft niets meer met herkenbare stemmingsverschillen te maken.

Dinsdag is toch al een slechte dag: zelfs die ochtendpiek van 5,37 procent ligt nog onder het dieptepunt van de meeste andere dagen — zelfs van de maandag. De verschillen tussen de werkdagen zijn bijna nog groter dan de verschillen binnen elke dag, maar de onderzoekers maken daar verder geen woord aan vuil.

Afijn. Het enige wat nu nog ontbreekt, is de schakel tussen woord en humeur. De onderzoekers constateren dat mensen ’s ochtends wat meer vrolijke woorden twitteren dan in de loop van de dag, maar ze zijn helemaal vergeten te bewijzen dat dit iets zegt over de gemoedstoestand. Waarom betekent die 5,37 procent in de ochtend in hemelsnaam ‘een goed humeur’? Daalt de stemming van de wereld als er nog maar 5,21 procent positieve woorden worden getweet, of houden blije eikels eindelijk even hun tweets voor zich? Mensen met een ochtendhumeur of een depressie hebben vast weinig zin te twitteren — al was het maar omdat je voor je het weet al je volgers kwijt bent.

Net als genetici twintig jaar geleden krijgen sociologen en psychologen opeens de beschikking over goudmijnen vol data, waarin het gemakkelijk graven is. Genetici beginnen inmiddels te beseffen dat akelig veel interessante gangen toch doodlopen en dat ze erg voorzichtig moeten zijn met borstklopperij en met piepkleine verschillen in enorme databestanden. Die tijd komt misschien ook nog eens voor sociologen en psychologen.